Waarom moet je zo vaak naar de mondhygiënist?

Soms krijg ik patiënten…werkelijk…ik voel me dan net een mijnwerker. Bikken, bikken en nog eens bikken is het door al dat tandsteen. Sommige mensen liggen dan serieus week na week een uur bij me in de stoel. Het gekke is dat ze me van te voren allemaal hetzelfde zeiden: “Ik ging altijd elk jaar naar de mondhygiënist en ik heb nergens last van.” Of: “Mijn tandarts zei dat alles goed was, hoor.”

Pockets

Het tandsteen zit dan onder het tandvlees. Er zijn dan zakjes gevormd tussen je wortels en je tandvlees. Niemand ziet het tenzij je er echt naar opzoek gaat. Zoals niemand ziet dat je een vieze zakdoek in je broek hebt zitten. Je kunt wel met je hand in die zak en dan voel je dat er iets inzit. Dat voelen doe ik met een pocketsonde. Een pocketsonde hoort eigenlijk elke controle te worden gebruikt.

Grindbak

Dus tja, als nooit iemand je het echt eens onder de neus wrijft, heb je er inderdaad geen erg in. Het mooiste is als ik mijn instrument (een soort schraper) onder het tandvlees plaats en de eerste halen mee maak. Dat maakt een enorm kabaal als er veel tandsteen zit. Sommige mensen schrikken zo dat ze denken dat ik de boel kapot maak. Ik vertel dan dat het niet voor niks steen heet…het is alsof ik door een grindbak hark en dat geluid maakt het dus ook. Door te schrapen haal je die vieze zakdoek stukje voor stukje naar boven.

Piepen

Na een tijdje hard werken begint het steeds minder lawaai te maken. Sommige worteloppervlakken worden uiteindelijk zo schoon dat ze gaan piepen. Het mooiste geluid op de wereld voor mij als mondhygiënist! Patiënten horen dit verschil vaak ook. Zeker omdat de kiezen zo vlak in de buurt van het oor zit. Het geluid gaat via het kaakbot rechtstreeks naar het gehoororgaan.

Nazorg belangrijkste onderdeel

Na elke week een stuk van het gebit te hebben gereinigd, zegt menig patiënt: “Nou, poe! Dat was geen overbodige luxe. Ik kom over een jaar zeker weer!” En dan moet ik eerlijk gezegd wel eventjes zuchten. Want voordat ik aan zo’n grote klus begin, leg ik altijd uit dat de nazorg het belangrijkste onderdeel is van de gehele behandeling. Die nazorg is zeker in het begin elke drie maanden nodig. 

“Dat ga ik echt niet doen!”

Laatst had ik een meneer die wederom pas na een jaar weer kwam. Nog net op tijd om niet uit zijn vergoeding te worden geknikkerd. Toen ik vroeg waarom hij er steeds zo lang tussen liet zei hij: “Ja, het duurde de vorige keer zo ontzettend lang voordat het klaar was. Ik ga dat echt niet elke drie maanden zo laten doen.” Ik vroeg hem wat volgens hem de reden was van de lengte van de afspraak. “Ja, het was zo’n nieuwe mondhygiënist. En die overdreef gewoon!” Ik liet dit even voor wat het was en vroeg hem mij even te herinneren wat hij ook alweer belangrijk vond. “Wat iedereen wil: Ik wil zo lang mogelijk mijn tanden behouden en ik wil het goed onderhouden hebben.” 

Begrijp je?

Ik besloot om eventjes helemaal weer vanaf het begin te beginnen: Wat was zijn mondsituatie ook alweer. Wat hebben ze in het verleden allemaal gedaan aan behandelingen. En waar waren we nu in het protocol? Met behulp van een onderzoek liet ik zien dat hij diverse pockets had waar weer opnieuw veel tandsteen in zat. Ik liet zien dat zijn ontstekingspercentage vier keer te hoog was. “Oei”, zei hij, “wat erg, maar dat wist ik niet!” “Dat dacht ik al.”, zei ik.”  “Maar door maar een keer per jaar te komen, liet u ons denken dat het u niks kon schelen. “ Hij antwoordde: “Hmm…dus we hebben elkaar gewoon verkeerd begrepen?” 

Kosten besparen

Vervolgens vroeg ik hem hoe vaak hij dacht dat nu nodig zou zijn om zijn gebit weer in orde te brengen. “Nou, een keer per jaar dus!”, zei hij. Blijkbaar was ik nog niet duidelijk. “Mis! Doe nog eens een gok?” “Oh..eh..nou…dan twee keer per jaar?” Ik keek hem betekenis vol aan. “Als je wil dat ik de volgende keer snel klaar ben, kom dan vier keer per jaar.” Toen viel het kwartje. “Oooooh! Dus hoe vaker ik kom, hoe minder tandsteen, hoe minder werk het is en hoe sneller het klaar is?” “Juist! En hoe minder pijnlijk en hoe minder gezeur van ons.”, knipoogde ik. “Ah ja…maar dat kost zeker wel veel meer?” Ook daar ging hij de mist in. “Nee juist niet. Want je gebit knapt er zo van op dat ik de kosten ook naar beneden kan brengen. Ennnn…de tandarts heeft dan ook nog eens minder te doen.” 

Zelfzorg

Gewillig kroop hij weer in de stoel en na 75 minuten waren we eindelijk klaar. “Tot over drie maanden!”, riep hij vrolijk. “Tot over drie maanden. En goed je tandenstokers elke dag gebruiken en goed poetsen.” Met de klink in zijn handen vroeg hij: “Elke dag? Waarom…oh wacht…ik begrijp het al.” Hij liep de deur uit en ik liet flink wat lucht uit mijn longen ontsnappen. Soms werk ik nog harder met mijn eigen mond dan met mijn handen!

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply