Sommige mensen hebben elk jaar wel een gaatje. Zij weten van zichzelf dat ze dus snel gaatjes krijgen en kunnen daarop actie ondernemen. Andere mensen hebben veel minder vaak een gaatje. Daarbij gaat het jaren achtereen goed. Oneerlijk verdeeld? Nou, soms hebben zij hele andere problemen en soms krijgen zij ineens wel gaatjes. Hoe kan dat?
Simpel rekensommetje?
Het krijgen van gaatjes is wat minder simpel dan het rekensommetje suiker + bacteriën = gaatjes. In onze mond zit een ecosysteem waarin heel veel gebeurt. Er kan namelijk van alles in en er ook weer uit. We poetsen erin, we kauwen erin, we slikken er dingen uit weg en er zijn temperatuurverschillen. Er zijn veel stofjes die het onderdelen van het ecosysteem kunnen doden en ook heeft het ecosysteem met onze eigen afweerreactie te maken. De micro-organismen hebben dus veel last van ons. Toch verandert het ecosysteem niet ontzettend veel qua samenstelling. Dit gebeurt alleen als er iets flink verandert. Dat stort het in elkaar en op dat moment krijg je dus gaatjes of een tandvleesontsteking. De aanval op het ecosysteem was te groot.
Twee groepen
Heel grofweg kennen we twee ecotypes, twee verdelingen in de activiteit van de micro-organismen in onze mond. De ene groep bestaat uit suiker afbrekende micro-organismen en de andere groep uit eiwit afbrekende micro-organismen. Op het moment dat bij jou deze twee groepen even actief zijn dan is er balans. Als de balans verschuift naar een groep dan is er ‘disbiose’. Geen balans meer dus. Een bepaalde functie neem het dan over. Een groep die sacharolytisch (suiker afbrekend) is, is nadeling. De zuurgraad van het speeksel blijkt hierbij van groot belang. Een lage pH is nadelig voor de mondgezondheid.
Dat is zuur
De zuurgraad van het speeksel wordt onder andere beïnvloedt door suiker. Bacteriën zetten suiker om in zuur. Dus door veelvuldig suikergebruik komen er te vaak zuuraanvallen op het gebit. Die zuuraanvallen zorgen voor gaatjes. Helaas zorgt het dus ook voor groei van het aantal micro-organismen dat die suiker omzet in zuur omdat het speeksel zuurder is geworden. Zo beland je dus in een vicieuze cirkel. Ook kan er een gebrek zijn aan speeksel waardoor de buffercapaciteit lager is en dus het speeksel eenvoudiger zuurder wordt en langer zuur blijft. Gebrek aan speeksel kan komen door medicatie, stress, hormonen of ziekte.
Tandsteen en tandvleesontsteking
Speeksel dat juist niet zuur is en goed buffert voorkomt gaatjes. Er zit alleen een nadeel aan. Deze mensen hebben vaak juist snel tandsteen en tandvleesontsteking. Voor tandvleesontsteking geldt ook dat het pas komt als er geen balans meer is. Ook dat kan veroorzaakt worden door stress, hormonen, ziekte, verslechterde mondhygiëne en door voeding.
Pinda’s eten de oplossing?
Voordat er gaatjes ontstaan blijkt het speeksel al een jaar van te voren veranderd te zijn. Door de zuurgraad van het speeksel te beïnvloeden, kunnen gaatjes worden voorkomen. Dit kan door het speeksel te stimuleren, bijvoorbeeld door goed te kauwen. Iets anders is een stofje dat arginine heet en dat valt onder de prebiotica. Dit zit in sommige tandpasta en van nature in pinda’s en in watermeloen. Arginine verhoogt de pH van het speeksel door middel van ammonium. Zo wordt het aantal zuurproducerende bacteriën verlaagd en de eiwit afbrekende bacteriën verhoogd.
Op het moment dat je snel gaatjes krijgt, kan tandenpoetsen met tandpasta met arginine een idee zijn. Heb je echter tandsteen en tandvleesontsteking dan is het juist geen goed idee om hiermee te poetsen en zou weleens de situatie kunnen verergeren.
Plotseling gaatjes door voeding
Op het moment dat er iets verandert, kan je dus plotseling veel gaatjes krijgen. Bekend in de mondzorg zijn fases in de ontwikkeling die gepaard gaan met aan ander voedingspatroon. Zoals een baby die niet wil doorslapen en zodoende met een flesje naar bed gaat, de puber die dikke maatjes met de snoepautomaat op school is, de student die de snackbar en het café heeft ontdekt en zeker niet het gasfornuis en de oudere die met pensioen is en geniet van het nippen aan de rode wijn. Veranderingen die je zelf misschien vrij klein vindt maar voor het ecosysteem een grote storm betekent.
Plotseling gaatjes door blote tandhalzen
Bij ouderen waarbij er qua voeding en tandenpoetsen weinig verandert, kunnen er ook plots gaatjes ontstaan. Het tandvlees ligt vaak lager door slijtage en zo komen de wortels bloot te liggen. De kroon wordt omgegeven door slecht oplosbaar glazuur maar over de wortel ligt deze laag niet. Het worteloppervlak kan bij een relatief hoge pH al in oplossing gaan. Zo kan het dus dat er van het ene op het andere moment een diep gat of meerdere gaten te vinden zijn.
Niks aan te doen?
Je tandarts en mondhygienist kunnen onderzoeken wat precies de reden is waarom je ineens zo gauw gaatjes krijgt. Dat betekent gelukkig niet dat je er dan niks aan kunt doen. Voor elke oorzaak is er een oplossing. Aan die oplossing kan je meestal zelf meewerken om te zorgen dat je mond weer in balans komt. Bij de een is daar meer voor nodig dan bij de ander. Is dat oneerlijk? Ja, maar zoals gezegd…iedereen heeft zo zijn eigen kwaaltjes en dus ook zijn eigen acties nodig.