Signalen herkennen en samenwerken

Signalen herkennen en samenwerken

Toen ik nog een eigen praktijk had, dacht ik dat de patiënten vanzelf wel zouden komen. Dat was natuurlijk niet waar. Ik had gehoopt op verwijzingen van (para)medici. Maar de kat verwijt de ketel want hoe vaak verwijs ik zelf nou helemaal? En kan dat niet veel beter?

Signaleringsfunctie

We hebben in de mondzorg een signaleringsfunctie. Bepaalde ziektes uiten zich in de mond. Het is niet altijd even eenvoudig om te herkennen. Daar heb je echt een geoefend oog voor nodig en bovendien een portie intuïtie. We noemen dit het niet-pluis gevoel. Zo kunnen we SOA’s herkennen, diabetes, mondkanker, huidziekte, auto-immuunziekte, dementie, vitaminegebrek, anorexia, apneu en misbruik. Hoe meer ervaring ik krijg, hoe meer oog ik hiervoor krijg en hoe beter ik het herken. Om dit vervolgens ter sprake te brengen is niet altijd even makkelijk. Een patiënt verwacht zo’n gesprek niet. Ook menig arts stelt nog weleens een vraagteken als ik verwijs. Want wat is nu precies de bedoeling?

Eigen straatje

Soms vlieg ik een probleem zoals een mondhygiënist dat zo typisch doet. Gewoon door een gebitsreiniging en door een instructie te geven. Maar soms help ik hier mensen niet mee omdat er meer speelt. Soms kom ik daar te laat achter. Of ik liever gezegd, dan was ik er liever sneller achter gekomen. Dat zou de zorg een stuk effectiever en efficiënter maken. Dit geldt niet alleen voor mij als mondhygiënist maar dit geldt net zo goed voor andere (para)medici. We denken dan teveel in ons eigen straatje. Het helpt om kennis te maken met elkaars vak. Zo leer je breder te denken.

Doorsturen voor mondzorg

Voor (para)medici geldt dat ze een mondzorgverlener in zouden moeten schakelen als ze merken dat er iets in de mond aan de hand is of gaat veranderen. Bijvoorbeeld als hun patiënt door een aandoening zijn hand niet meer goed kan bewegen. Tandenpoetsen zal dan een stuk moeilijker gaan. Als iemand voor een maagverkleining komt dan weten we dat de mondconditie vaak verslechterd. Ook dan zou de arts een mondhygiënist moeten inschakelen. Iemand die chemo moet doorstaan heeft behoorlijk risico op pijn in de mond en deze zou voorkomen kunnen worden als er tijdig wordt verwezen. Een logopedist die merkt dat iemand een verhoogd kokhalsreflex heeft zou verdacht moeten zijn op extra risico op gaatjes en tandvleesontsteking. Een cardioloog zou moeten weten dat hart- en vaatziektes erg vaak gepaard gaan met ernstige tandvleesontsteking. Een diabeet loopt vaak ook rond met een tandvleesontsteking waardoor zijn suikerwaardes hoog blijven. Een alerte diabetesverpleegkundige zoekt dus de samenwerking met een mondhygiënist op.

Last hebben van elkaar

Het zou zo mooi zijn als we patiënten gezamenlijk zouden bespreken. Niet alleen de patiënten waarvan we al snel begrijpen dat we nog een andere professional nodig hebben maar juist diegene waarbij we niks vermoeden. We zouden samen zoveel sneller het puzzeltje kunnen oplossen. We hebben soms zelfs last van elkaar. Bijvoorbeeld als er een medicijn wordt voorgeschreven waardoor de mond enorm droog wordt. Of als ik als mondhygiënist vertel dat de patiënt niet zo vaak moet eten op een dag tegen het krijgen van gaatjes terwijl de arts net heeft verteld dat hij regelmatig moet eten tegen zijn buikklachten. Zo krijgt men tegenstrijdige boodschappen en weet de patiënt niet meer wij hij moet vertrouwen. En zo kom je er pas te laat achter dat die gaatjes en die buikklachten eigenlijk kwamen van de stress. Want dit wist de psycholoog te vertellen en deze vraagt ons juist om even niet bovenop dat eten te gaan zitten omdat deze patiënt een emotie-eter is en juist even de gedachte aan eten moet leren loslaten. De reden waarom deze patiënt emotioneel was oplossen, dat was de oplossing voor alles. Dus soms moet je als professioneel een stap terug doen maar daar kom je pas achter als je de samenwerking opzoekt.

Het komt weer terecht op geld…

Maar waarom gebeurt dit dan zo minimaal? Er wordt hier al jaren om geroepen en toch gebeurt het nog veel te weinig. Het antwoord is simpel. Zou jij gratis werken? Juist omdat je je patient juist soms niet moet behandelen kan samenwerken verlies betekenen voor mij als zorgprofessional. Als ik niet behandel, verdien ik niks. Als ik zoveel moet overleggen dan ben ik daar heel veel tijd mee kwijt. In die tijd kan ik niet behandelen. Dat betekent dat de wachtrij toeneemt, de werkdruk dus ook en ik verdien nog steeds minder. Dus er zal budget moeten komen om de zorg effectiever en efficiënter te maken. Maar ja…waar moet dat dan vandaan komen? Wie weet leest de minister van VWS dit en krabt hij zich eens op het achterhoofd….

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply