mondbacteriën

Bacteriën in de mond onderzoeken

Dat de mens voor een deel uit bacterien bestaat is een feit. Voor bacterien zijn veel mensen een beetje huiverig geworden, toch zijn ze zeer nuttig en hebben we ze ook nodig om te goed leven en functioneren.

Net zoals in de maag en darmen heb je in de mond een heleboel bacteriën leven zonder dat je dat echt doorhebt.

Er zijn diverse technieken om de bacteriële flora te kunnen onderzoeken. Ook voor in de mond zijn daar speciale testen voor.

Maar wanneer moet je bacterien onderzoeken? En wat als de bacterieflora verandert?

In deze blog probeer ik daar een antwoord op te geven.

Ontelbare bacteriën

Om een gezonde mond te hebben en houden is het van belang dat de bacterieflora in balans is. 

Met een goed evenwicht in de bacterieflora bedoelen we de verhouding van goede en foute mondbacterien. Omdat er zo ontzettend veel bacterien zijn kunnen we ze vaak onderverdelen in soorten. 

In de tandheelkunde spreek je dan vaak van paropathogene bacterien, gunstige bacterien, en oppertunisten.

Wanneer het aantal goede mondbacterien hoger is dan het aantal foute bacterien spreek je van een gezond evenwicht en is de mondflora in balans.

Meestal ervaar je dan helemaal geen klachten.

Eigenlijk fungeren de goede bacterien ook als een soort beschermers tegen het kwaad. Indringers als de foute bacteriesoorten, gisten of schimmels hebben dan minder kans om schade aan te richten.

Wanneer er het tegenovergestelde plaats vind zie je dat de foute mondbacterien de overhand krijgen en dan kunnen er klachten in de mond ontstaan.

Denk hierbij aan tandvleesontsteking, gaatjes , mondschimmel of botafbraak bij het kaakbot rondom tand of kiezen.

In sommige gevallen krijgt de behandelaar zo’n mondprobleem niet goed onder controle door tandheelkundige behandeling of speciale producten. Dan kan er worden overwogen om een bacterietest uit te voeren.

Bacterietesten

Al heel wat jaren worden er onderzoeken gedaan naar de mondflora bij mensen en dieren. Ook wordt er gekeken naar overeenkomsten tussen mens en dier.

Uit die mondflora kun je heel veel informatie halen die belangrijk is om bepaalde mondziekten te kunnen verhelpen.

Naast dat dit soort onderzoeken vaak gedaan worden in academische centra zoals bijvoorbeeld het Acta in Amsterdam of de universiteiten Groningen en Nijmegen worden ook veel labtesten gedaan gewoon bij de tandartspraktijken zelf.

In de praktijk kan je diverse testen uitvoeren om te kijken waarom patienten met bepaalde klachten blijven lopen.

Zo kunnen wij de bekende parotesten uitvoeren waarin we specifiek kijken naar de bacterieflora en de bacterien die botafbraak rond tanden en kiezen veroorzaakt. Dat heet parodontitis.

Ook kan je de parotest uitvoeren gecombineerd met analyse op Candida Albicans dat is een schimmel.

Een caries risico test kunnen we afnemen om de bacterien te analyseren die gaatjes veroorzaken.

Ook kunnen we onderzoeken hoe de bacterieflora eruit ziet bij mensen die implantaten hebben waar klachten bij zijn ontstaan maar kunnnen we ook een pre-implantologie test uitvoeren om te kijken of er een risico profiel in de mond aanwezig is. Je kan dan zien of er veel foute mondbacterien aanwezig zijn die botafbraak kunnen veroorzaken bij een nieuw gebits implantaat.

Het afnemen van een kweek

Het afnemen van een bacteriekweek is eigenlijk vrij simpel om uit te voeren.

Dit gebeurt vaak met kleine papieren staafjes die bloeding en tandplak opnemen. Dit stoppen wij in een doorzichtig plastic buisje en sturen wij op naar het laberatorium.

Vroeger werden dit soort samples allemaal met de hand onderzocht. Dus op een bloed agar plaat en dan konden de bacterien uit het sample een week gaan groeien. De laborant kon dan alle bacterien met het blote oog gaan tellen en zo kwam er een uitslag naar voren.

Ook was het dan belangrijk dat de bacterien vers binnen kwamen. 

Tegenwoordig gaat dan allemaal wat minder door de mens zelf en hebben ze een zogenoemde DNA techniek.

Door een speciale vloeistof aan de buisjes met bacterien toe te voegen komt het DNA van de bacterien vrij. Ook kan deze vloeistof bloed, plak en pus scheiden voor later onderzoek.

Door een robot wordt het bacteriele DNA gescheiden en in speciale vakjes gestopt. Dit gebeurt ook door middel van filters. Het DNA hecht zich aan de filters en de ongewenste celmateriaal wordt weggewassen.

Zuiver DNA uit de diepste ruimtes van het tandvlees van de patient hebben ze dan in die vakjes zitten.

Door middel van een tweede robot  en het verhitten van DNA kan er bacteriële DNA worden vermeerderd zodat je meer informatie kan aflezen.

Op het laberatorium zijn een moleculair bioloog, een analist en een tandarts aanwezig om te kijken of het proces goed gaat. Wanneer de test goed is verlopen wordt de uitslag weer opgestuurd naar de tandartspraktijk.

De behandelaar heeft dan de uitslag van de bacterieflora in handen en krijgt daarbij ook vaak een behandeladvies. In sommige gevallen is er antibiotica nodig om de flora weer normaal te krijgen.

Over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply