Maar liefst de helft van de mensen moet soms kokhalzen bij de tandarts. Ook kan kokhalzen optreden als je zelf je mond schoonmaakt. Superlastig natuurlijk. Waardoor ontstaat kokhalzen? Wat gebeurt er eigenlijk bij kokhalzen? En valt er ook iets tegen te doen? Wij gingen op onderzoek uit. Eén tip alvast: een beetje zout op het puntje van je tong aanbrengen kan helpen!
Kokhalzen bij de tandarts komt veel vaker voor dan je misschien denkt. De helft van de mensen heeft hier wel eens last van. 7,5 % van de mensen moet zelfs altijd of bijna altijd kokhalzen bij de tandarts.1 Sommige mensen hebben zelfs last als ze zelf hun tanden of tong poetsen of op een andere manier hun mond schoonmaken.
Van de mensen die de tandarts vermijden, zijn kokhalsneigingen in maar liefst 20% van de gevallen de oorzaak.
Wat is kokhalzen eigenlijk?
Een kokhalsreflex is eigenlijk een heel handige reflex: hij beschermt je tegen het afsluiten van de bovenste luchtwegen. Door kokhalzen slik je bijvoorbeeld geen dingen in die niet in je keel of buik horen of voorkom je dat iets te diep in je keel komt.
Het is een aangeboren reflex. In de eerste vier jaar van je leven is hij het sterkst. Handig natuurlijk, want baby’s en kleine kinderen hebben de neiging om van alles in hun mond te stoppen en je moet er niet aan denken wat er zou gebeuren als ze dat allemaal zouden inslikken. Na die vier jaar neemt de kokhalsreflex wat af, omdat je dan meer door je neus gaat ademen en anders gaat slikken. Maar kokhalzen beschermt je nog steeds tegen het afsluiten van je luchtpijp, keelholte en slokdarm.
Als je te veel of te snel moet kokhalzen, heet dat een overmatige kokhalsreflex of hyperreflex kokhalzen.
Hoe werkt kokhalzen?
Kokhalzen is het tegenovergestelde van slikken. Als je moet kokhalzen, sluiten twee verschillende delen achter in je keel de ingang van de keel af: je keelholte trekt samen en je strottenhoofd duwt naar boven.
Welke andere symptomen kunnen optreden bij kokhalzen?
Als je moet kokhalzen, wordt je zogenaamde medulla oblongata gestimuleerd, het gedeelte van de hersenen dat de hersenstam met het ruggenmerg verbindt. Dat gebied zit vlakbij gebieden die je laten overgeven, speeksel laten aanmaken en signalen naar je hart sturen. Dat zorgt ervoor dat je naast kokhalzen soms ook andere symptomen hebt, zoals:
- meer speeksel
- traanogen
- zweten
- flauwvallen
- paniekaanval
Wat zijn mogelijke oorzaken van kokhalzen?
Er zijn twee oorzaken van kokhalzen: fysieke prikkels of mentale prikkels.
Er zijn vijf soorten prikkels waardoor de kokhalsreflex kan optreden:
- geluiden (zoals het geluid van de tandartsboor)
- smaakprikkels (zoals de geur of smaak van tandheelkundige materialen)
- visuele prikkels (bijvoorbeeld het zicht op de instrumenten van de tandarts)
- mechanische prikkels (door de instrumenten van de tandarts bijvoorbeeld)
- psychische prikkels (veroorzaakt door bijvoorbeeld angst en zenuwen voor de behandeling)
Wat zijn risicofactoren voor kokhalzen?
Sommige mensen zijn gevoeliger dan anderen voor kokhalzen. Naast fysieke prikkels in het gebied achter in je mond of mentale prikkels, kunnen de volgende zaken ook kokhalzen opwekken:
- een verstopte neus
- maagklachten
- hevig roken
- een niet goed passende prothese
- een afwijkende vorm van het verhemelte
- dysfagie, dus moeite met slikken
Waar in je mond liggen vooral triggers van kokhalzen?
Een paar plekken achterin je mond zijn extra gevoelig voor kokhalzen:
- de tongbasis
- het verhemelte
- de huig
- de keelholte
Als een van die plekken wordt aangeraakt door bijvoorbeeld een instrument van de tandarts of je tandenborstel, krijgt de medulla oblongata in de hersenstam een seintje. Die geeft vervolgens weer door aan de spieren achter in je mond dat ze moeten samentrekken: kokhalzen.
Bij welke tandartsbehandelingen ligt kokhalzen op de loer?
Vooral behandelingen achter in de mond kunnen een kokhalsreflex opwekken. Je kunt dan denken aan een vulling leggen in een achterste kies, het verwijderen van verstandskiezen, het plaatsen van kronen of een wortelkanaalbehandeling aan een achterste kies.
Het maken van een afdruk is ook een bekende opwekker van de kokhalsreflex. Dat is trouwens steeds vaker te vermijden: steeds meer tandartspraktijken maken gebruik van een intraorale scanner, in plaats van ‘happen’ in een prutje om een afdruk van je tanden te maken. Met een scanapparaat wordt dan je hele mond in beeld gebracht. Dat is een stuk prettiger voor patiënten en roept veel minder kokhalsneigingen op.
Welke gradaties bestaan er in kokhalzen?
Er worden vijf soorten niveaus omschreven van kokhalzen bij de tandarts2:
- Normale kokhalsreflex. Zeer milde vorm van kokhalzen, waar de patiënt zelf invloed op heeft. Wordt gezien bij behandelingen waarbij er een heel grote kans is op kokhalzen.
- Milde kokhalsreflex. Treedt op bij routinebehandelingen bij de tandarts.
- Gemiddelde vorm van kokhalzen. Kan al optreden bij controle van de achterste delen van de mond. Heeft invloed op de behandeling.
- Ernstige vorm van kokhalzen. Treedt altijd op bij de tandarts, zelfs bij visuele controle. Maakt tandartsbehandeling onmogelijk, zonder de juiste begeleiding.
- Zeer ernstige vorm van kokhalzen. Treedt makkelijk op, zelfs zonder fysieke of visuele controle of behandeling. Maakt tandartsbezoek onmogelijk, zonder de juiste begeleiding.
Herken je je in een van deze gradaties? Dan is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden, zeker bij de hogere gradaties.
Wat kun je doen tegen kokhalzen?
Misschien de belangrijkste vraag: wat kun je doen tegen kokhalzen? Er zijn verschillende strategieën die je kunt uitproberen om kokhalzen tegen te gaan. Heb je er last van bij de mondhygiënist of tandarts, bespreek het dan. Je mondhygiënist of tandarts kan je proberen te helpen.
Wat misschien de makkelijkste manier is om uit te proberen, is een goede ademhaling. Dat betekent: rustig door de neus ademhalen, ademhalen naar de buik en vooral lang uitademen.
Daarnaast kun je denken aan:
- Psychologische aanpak, bijvoorbeeld met
- Ontspanningstechnieken. Dit kan helpen om je angst en zenuwen te verminderen, en daardoor de kans op kokhalzen laten afnemen.
- Afleiding. Kan je gedachten afleiden van de behandeling en zo de kans op kokhalzen verminderen. Afleiding kan je bijvoorbeeld doen met muziek of kijken naar een plaatje.
- Cognitieve gedragstherapie. Dit is een combinatie van gedragstherapie en gesprekstherapie. Deze therapie gaat ervan uit dat het niet de gebeurtenissen zelf zijn die een mens negatieve gevoelens en een bepaald gedragspatroon bezorgen, maar de ‘gekleurde bril’ waardoor hij de dingen ziet. Als je leert om deze negatieve gedachten anders te interpreteren, krijg je een objectievere kijk op je eigen gevoelens en waarnemingen. Daardoor kunnen negatieve gevoelens verdwijnen en zal het gedrag veranderen.
- Hypnose. Door hypnose kan iemand in een staat van bewustzijn komen waarbij hij volledig geconcentreerd en in diepe ontspanning zou zijn.
- Desensitisatie. Door te oefenen met iets in je mond te houden (een tandenborstel, knopen, afdrukplaat) kan je de gevoeligheid in je mond verminderen, is het idee hierachter.
- Acupunctuur of acupressuur
Van acupunctuur of acupressuur (een zelfde techniek en filosofie als acupunctuur, maar dan zonder naalden) wordt gezegd dat dit een positieve invloed kan hebben op een te heftige kokhalsreflex.
- Medicatie
Sommige medicijnen kunnen je kokhalsreflex verlichten. Lokale anesthesie kan de gevoelige gebieden in je mond verdoven. Er zijn ook medicijnen die je centrale zenuwstelsel helpen te beheersen en zo misselijkheid en overgeven tegengaan. Een arts kan eventueel ook antihistamines of kalmerende middelen voorschrijven. Trimethobenzamide is ook omschreven in de literatuur, net als kruiden zoals Elaeagnus Angustifolia. Die laatste zou helpen vanwege het hoge niveau aan tannine, wat zorgt voor een lokaal verdovend effect.
- TENS
TENS staat voor Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. Met een TENS-apparaatje worden met behulp van zwakke elektrische stroompjes bepaalde zenuwen gestimuleerd. Stimulatie van de schedelzenuwen zou de kokhalsreflex onderdrukken, blijkt uit de literatuur.2
- Anesthesie
Lokale anesthesie kan helpen om je kokhalsreflex te verlichten. Mocht het allemaal echt niet lukken bij de tandarts, dan zou je ervoor kunnen kiezen om een tandheelkundige behandeling onder algehele verdoving te ondergaan. Maar let op: dit is wel echt in het uiterste noodgeval.
- Zout op de tong
Klinkt misschien gek, maar een beetje zout op het puntje van je tong leggen kan de kokhalsreflex ook onderdrukken. Dat werkt zo: zout stimuleert je smaakpapillen op het voorste stukje van je tong, waardoor de zenuw chorda tympani wordt geactiveerd. En dat leidt weer tot het tegengaan van de kokhalsreflex. Een simpel, maar effectief trucje dus.
Mocht je er zelf niet uitkomen, dan kun je ook nog de hulp inroepen van een logopedist. Deze kan je helpen met bijvoorbeeld bepaalde slikmethoden. Een psycholoog kan je helpen met cognitieve therapie of EMDR, als je kokhalzen een psychische achtergrond heeft en bijvoorbeeld door bepaalde trauma’s tot stand is gekomen of verergerd is. Tot slot kan een Centrum Bijzondere Tandheelkunde helpen als het een behandeling bij je eigen tandarts niet lukt.
Literatuur
- Cameron L. Randall, Grant P. Shulman, Richard J. Crout, Daniel W. McNeil. Gagging and its associations with dental care–related fear, fear of pain and beliefs about treatment. JADA, VOLUME 145, ISSUE 5, P452-458, MAY 01, 2014.
https://doi.org/10.14219/jada.2013.50
- Prashanti Eachempati, Sumanth Kumbargere Nagraj, P Renjith George, Laxminarayan Karanth, Htoo Htoo Kyaw Soe. Management of gag reflex for patients undergoing dental treatment. Cochrane Database Syst Rev. 2019 Nov 13;2019(11):CD011116.
https://doi.org/10.1002/14651858.CD011116
- Hiroyuki Karibe, Ayuko Okamoto, Yuichi Kato, Kisaki Shimazu, Greg Goddard. Reliability, validity, and sex differences in a quantitative gag reflex measurement method. J Oral Rehabil. 2018 Oct;45(10):798-804. doi: 10.1111/joor.12687. Epub 2018 Jul 17.
https://doi.org/10.1111/joor.12687
- Ardelean, Lavinia & Bortun, Cristina & Motoc, Marilena. (2003). GAG REFLEX IN DENTAL PRACTICE – ETIOLOGICAL ASPECTS. TMJ. Vol 53. No. 3-4.