Als een tand of kies niet meer te redden is, werd er in het verleden al snel gekozen voor een brug. De twee naastgelegen tanden of kiezen worden dan geslepen, zodat zij als pijler kunnen dienen. Vervolgens worden er drie (of vier) kunstmatige gebitselementen geplaatst, waarvan de middelste de ontbrekende tand of kies vervangt.
Tegenwoordig hoor je ook veel over implantaten. In dit artikel gaan wij kijken wat een implantaat is en waarvoor het gebruikt wordt. En natuurlijk ook naar wat je te wachten staat als er een implantaat bij jou geplaatst gaat worden.
Wat is een implantaat?
Een implantaat is een schroefje van titanium, een metaal. Dat wordt in de kaak wordt gezet ter vervanging van de wortel van de verloren tand of kies. De dikte en lengte van het schroefje hangen af van het te vervangen gebitselement en de beschikbare ruimte in de kaak. Op het titanium schroefje wordt, als het na 3 maanden is vastgegroeid in het kaakbot, een kroon geplaatst. Net als bruggen en kronen op natuurlijke wortels kan de de implantaat-kroon gewoon zoals de rest van je gebit belast worden. Je merkt dus geen verschil tussen een implantaat-kroon en je natuurlijke tanden en kiezen. Ook het uiterlijk lijkt op je eigen tanden en kiezen.
Voorheen waren er meerdere soorten implantaten, maar vandaag de dag worden vooral de zogenaamde schroefimplantaten gebruikt. Deze techniek is vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw ontwikkeld en verfijnd door professor Brånemark, een Zweedse orthopedisch chirurg.
Hoe succesvol is een implantaat?
De schroef-vorm van een implantaat is er helemaal op gericht dat deze goed vastgroeit in het kaakbot. Dit is noodzakelijk om er succesvol een tand of kies op te plaatsen, die immers bestand moet zijn tegen kauwbewegingen en druk.
In 1965 plaatste professor Brånemark de eerste titanium-implantaten bij een patiënt, waar 2 jaar later een volledige brug op werd geplaatst. Toen de patiënt overleed in 2006, hadden de implantaten meer dan 40 jaar gefunctioneerd.
Tegenwoordig gaat men ervan uit dat titanium schroef-implantaten in ongeveer 98% van de gevallen succesvol vastgroeien. Tussen de 90 en 95% houdt het vervolgens zeker 10 jaar vol. Met andere woorden, er is altijd een kleine kans dat het lichaam het implantaat niet accepteert en dat het implantaat onvoldoende vastgroeit.
Bij rokers, alcoholisten en mensen met medische aandoeningen is de slagingskans nog een stuk kleiner. De implantoloog of tandarts kan dit van te voren inschatten op grond van de mondgezondheid en andere informatie van de patiënt.
Inmiddels is het vervangen van een tand of kies door een implantaat en implantaat-kroon een standaardbehandeling binnen tandheelkunde. Het is ook meestal de beste keus.
Waar worden implantaten voor gebruikt?
Het principe van een implantaat is geschikt om diverse gebitsproblemen op te lossen. Allereerst is er natuurlijk het vervangen van één enkel gebitselement. Als er één tand of kies verloren is gegaan, bijvoorbeeld doordat deze niet meer te redden is of door een ongeval, kan op die plek een implantaat in de kaak worden gezet. Vervolgens kan daar een kroon op worden geplaatst.
Ook kan er een brug op implantaten worden geplaatst als er meerdere gebitselementen missen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een brug aan vervanging toe is, maar één van de pijlers niet meer te redden is en getrokken moet worden. Ook implantaten kunnen dienen als pijlers, waartussen een brugdeel zit zoals bij een conventionele brug.
Nog groter wordt het met een klikgebit of overkappingsprothese. Hierbij worden twee of vier implantaten in de kaak geplaatst, waarop drukknopjes zitten. Hier kan de prothese op vastgeklikt worden. Dit zit uiteraard steviger vast dan een traditioneel los kunstgebit, waardoor je er beter kunt kauwen. Ook komt er nauwelijks voedsel onder de protheserand terecht.
Ondanks de stevige bevestiging kan een klikgebit wel worden uitgenomen om het te reinigen.
De voor- en nadelen van implantaten
Om verloren gegane tanden en kiezen te vervangen zijn er naast implantaten ook andere mogelijkheden, zoals de welbekende kronen en bruggen. Het is dus goed om, als je voor de keuze staat, te kijken naar de voor- en nadelen van een implantaat ten opzichte van een een kroon of brug.
Een kroon is een optie voor een enkele tand of kies, waarvan de wortel nog gezond is. De tand of kies wordt geslepen en er wordt een kroon op geplaatst. Bij een brug wordt een tand of kies die niet meer te redden is vervangen door een zwevende kroon, die tussen 2 pijlers “hangt”. Indien nodig kan een brug ook 4 gebitselementen omvatten en dus bestaan uit 2 pijlers en 2 zwevende kronen.
Om als pijler voor een brug te dienen moeten de gebitselementen aan weerszijden geslepen worden. Het grote nadeel is, dat als deze buurtanden of -kiezen nog gezond zijn, deze moeten worden opgeofferd voor de brug.
Een ander nadeel is dat het kaakbot en tandvlees onder de zwevende kroon of kronen meestal in de loop van tijd gaat slinken. Er kunnen dan voedselresten onder de zwevende kronen komen. Het is daarom belangrijk om de ruimte onder het brug-tussendeel regelmatig te reinigen. Het gemakkelijkste gaat dit met zogenaamde “superfloss”. Dat is een flosdraad met een stevig uiteinde, dat je gemakkelijk onder de brug door kan steken. Vervolgens kun je de onderkant van de brug flossen. Een implantaat-kroon kan evenals een enkele kroon gewoon als een natuurlijke gebitselement gereinigd worden.
De wortels onder de brugpijlers kunnen ontstoken raken of afbreken. In dat geval is de hele brugconstructie vaak niet meer te redden, tenzij er een nog een naastgelegen buurtand opgeofferd kan worden. Een implantaat kan niet ontstoken raken. Mocht de kroon ooit eens vervangen moeten worden, dan wordt die eenvoudig van het implantaat afgeschroefd en vervangen door een nieuwe kroon.
Toch hebben implantaten ook wel wat nadelen ten opzichte van een brug. Zo kan een implantaat alleen geplaatst worden als er voldoende kaakbot aanwezig is, zodat het implantaat ook goed verankerd kan worden. Door middel van botopbouw kan het kaakbot aangevuld worden, maar een brug is hier minder afhankelijk van.
Een ander nadeel is dat een implantaat maar liefst 3 maanden nodig heeft om vast te groeien in het kaakbot. Het proces van een brug duurt hooguit een maand. Nadat de pijlers geprepareerd zijn, wordt er een afdruk genomen van je gebit. Met deze afdruk kan de tandtechnicus de brug maken, die door je tandarts met cement op de pijlers geplakt wordt.
Kunnen implantaten altijd geplaatst worden?
Het kaakbot moet aan een aantal voorwaarden voldoen om de ingreep succesvol te laten zijn.
Om te beginnen moet het kaakbot helemaal uitgegroeid zijn, dat is tussen het 18e en 25e levensjaar, afhankelijk van geslacht en genetische factoren.
Daarnaast moet er voldoende gezond kaakbot zijn. Op je tanden en kiezen staat nu eenmaal een grote druk, dus implantaten moeten stevig verankerd kunnen worden. Bovendien moet er plaats zijn voor een implantaat. Nadat een tand of kies is getrokken, gaat het kaakbot slinken. Ter plaatse wordt de kaak smaller en lager. Implantaten moeten, om stevig verankerd te zijn, een minimale lengte hebben. Die moet wel passen, en dat is behalve de omvang van de kaak ook afhankelijk van waar de zenuwen lopen. In de bovenkaak kunnen de bijholten de beschikbare hoogte beperken.
De schroefdraad van een implantaat moet geheel door kaakbot omgeven worden. Als de kaak teveel is geslonken, wat vaak aan de wangzijde gebeurt, moet dit opgevuld worden door middel van bot-opbouw. Bij de bovenkaak kan het voorkomen dat er te weinig hoogte is onder de bijholte, zodat dit ook moet worden opgevuld met bot.
Een andere voorwaarde is dat de mondgezondheid goed moet zijn. Een eventuele gingivitis, tandvleesontsteking, zal eerst behandeld moeten worden. Dit om te voorkomen dat de bacteriën in de ontsteking terechtkomen in de weefsels rondom de implantaten. Een ontsteking rond een implantaat verhindert het vastgroeien aan het bot en kan zelfs botverlies veroorzaken.
Tot slot kunnen ziekten of medicijnen een negatieve invloed hebben op de slagingskans van implantaten. Factoren als diabetes en roken geven een lagere kans op goede ingroei. Dat maakt de ingreep niet geheel onmogelijk, maar de patiënt zal door de tandarts of implantoloog gewezen worden op de lagere slagingskans.
Wat kost een implantaat?
De kosten van implantaat-constructies lopen sterk uiteen. Eén enkele kroon kost uiteraard minder dan een grote brug of 4 implantaten voor een klikgebit. Ook spelen bijkomende kosten een rol, bijvoorbeeld als er botopbouw noodzakelijk is.
Over het algemeen kost een kroon op een implantaat tussen de € 1.500 en 2.200. De kosten worden hoger naarmate de behandeling meerdere gebitselementen omvat. Een klikgebit op 2 implantaten zal al gauw richting de € 4.000 kosten
Te allen tijde zal de tandarts of implantoloog van te voren een begroting sturen. Meestal worden de kosten van de behandeling verdeeld over 2 facturen, 1 na het plaatsen van het implantaat en 1 na het plaatsen van de kroon. Als je verzekerd bent tegen tandartskosten kun je de behandeling verdelen over twee kalenderjaren.
Vergeleken met een brug zijn de kosten van implantaten iets hoger tot bijna gelijk, maar ook dit is uiteraard sterk afhankelijk van de situatie.
Wat staat je te wachten tijdens een implantaat-behandeling?
Als je kiest voor een implantaat na het trekken van een tand of kies, zal deze wond eerst moeten genezen. Dat duurt ongeveer een maand en daarna zal een controle-afspraak gemaakt worden, waarbij de implantaat-behandeling voorbereid kan worden
De implantaat-behandeling bestaat uit een aantal fasen, waarbij je rustig kunt spreken van een maandenlang proces.
- 1. Onderzoek/behandelplan
Om te beginnen moet er onderzoek gedaan worden naar de haalbaarheid en de slagingskans van het implantaat of de implantaten. Er wordt gekeken naar de bovengenoemde voorwaarden, zoals de mondgezondheid en de algehele conditie van de patiënt.
Tijdens dit onderzoek spelen röntgenfoto’s een belangrijke rol. Aan de hand van een panorama-röntgenfoto (OPG) kan de tandarts of implantoloog inschatten hoe de kaak er van binnen uitziet. Bijvoorbeeld of er voldoende kaakbot is en waar de zenuw in de onderkaak loopt. Bij de bovenkaak wordt de afstand tot de bijholte bekeken om te beoordelen of er voldoende plaats en bot is voor een implantaat.
In de meeste gevallen zal dit voldoende zijn om een goede inschatting te kunnen maken, maar in geval van twijfel is er meer informatie nodig. Zo kan er een CT-scan nodig zijn, waarmee de positie van de implantaten driedimensionaal is te projecteren.
Hierna wordt het behandelplan met je besproken, waarbij de gehele procedure stap voor stap wordt uitgelegd.
- 2. Implantaten plaatsen
Tijdens de volgende afspraak kunnen de implantaten operatief worden ingebracht. Hierbij wordt het tandvlees op de plaats waar het implantaat komt, losgesneden en open geklapt. Uiteraard wordt de plek voor de operatie grondig verdoofd. Door het openklappen van het tandvlees wordt het kaakbot bereikbaar en kan er een gaatje in worden geboord. Dit gebeurt met vier verschillende boortjes, die steeds breder zijn. Uiteindelijk is het boorgat passend voor het implantaat. Als er niet één maar meerdere implantaten moeten worden geplaatst, dan gebeurt dat tijdens dezelfde behandeling. Als alles in de kaak zit, wordt het tandvlees gehecht met hechtingen die na een week of 3-4 oplossen en uit het tandvlees vallen.
Bij een zogenaamde 1-fase inheling steekt het implantaat door het tandvlees heen. Er wordt een dopje (healing abutment) opgezet, zodat de schroef niet vol komt te zitten met voedselresten. Bij een 2-fase inheling worden het implantaat weer volledig door tandvlees bedekt. De tweede fase bestaat eruit dat het implantaat weer boven het tandvlees tevoorschijn wordt gehaald om de kroon te kunnen plaatsen.
De keuze van een 1-fase of 2 fase inheling is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het gebruikte implantaat-systeem. Maar ook de noodzaak van botopbouw of een implantaat op een zichtbare plek kunnen redenen zijn voor een 2-fase inheling. Ook dit is onderdeel van het behandelplan, waarbij de tandarts of implantoloog de keuze zal uitleggen.
De napijn na een implantaat-behandeling verschilt van persoon tot persoon. Hoewel het kaakbot zelf weinig zenuwen bevat, kan het opengesneden tandvlees en het herstelproces een gevoelige kaak opleveren. In het ergste geval, bijvoorbeeld bij 2 implantaten naast elkaar, is dit vergelijkbaar met het trekken van een kies en kan de kaak een week gevoelig blijven. Vaak worden pijnstillers voorgeschreven, maar ook zonder pillen zal de napijn vanzelf steeds minder worden. Het is wel verstandig om de eerste dagen zacht voedsel te eten.
Verzorging: uiteraard is na een implantaat-behandeling een goede mondzorg erg belangrijk. Laat het gehechte tandvlees de eerste weken met rust, maar poets de rest van je tanden twee keer per dag, flos of rager de interdentale ruimten en gebruik 1 x per dag een mondspoeling.
Gebruik vooral geen producten met schadelijke of irriterende ingrediënten. Moist-R tandpasta en mondwater zijn veilige producten, die gebaseerd zijn op de natuurlijke antibacteriële (melk) enzymen. Samen met ondersteunende ingrediënten als glycerine, xylitol en fluoride bieden zij een zachte en mondvriendelijke manier om je gebit en tandvlees optimaal te verzorgen.
Zeker na een implantaat-behandeling is het belangrijk om je gebit en mondholte goed te reinigen. Met Moist-R tandpasta en mondwater bestrijdt je de schadelijke bacteriën zonder de zachte weefsels in de mond onnodig te irriteren.
- 3. Ingroeiperiode
Het kaakbot heeft een tijdje nodig om het implantaat stevig te omvatten omdat er nu eenmaal veel kracht op een gebit wordt uitgeoefend. Meestal duurt de ingroeiperiode 3 maanden, hoewel er tegenwoordig ook enkele implantaat-systemen zijn die in eenvoudige situaties eerder belast kunnen worden. De tandarts of implantoloog zal de volgende afspraak plannen na de ingroeiperiode die nodig is.
- 4. Restauratie
Als de ingroeiperiode verstreken is, heb je een afspraak voor het maken van een afdruk. Tenminste, bij een 1-fase inheling, waarbij het tandvlees niet opnieuw hoeft worden opengemaakt.
Bij een 2-fase inheling moet het tandvlees worden ingesneden om het implantaat bereikbaar te maken. Dan wordt er alsnog een dopje (healing abutment) op het implantaat geschroefd wat boven het tandvlees uitsteekt. Deze ingreep zal geen napijn geven.
Na het maken van de afdruk gaat de tandtechnicus aan het werk. Vervolgens zul je na twee tot drie weken terug mogen komen om de kroon of de kronen te laten plaatsen. Letterlijk de kroon op het werk van enige maanden. Bij een klikgebit (overkappingsprothese) duurt het wat langer, zo’n vier tot zeven weken.
- 5. Nazorg
De eerste jaren zal de tandarts het implantaat in de gaten houden tijdens de jaarlijkse controle. Is het implantaat geplaatst door een implantoloog, dan zal er ook jaarlijks controle plaatsvinden.
Ook in deze laatste fase is het belangrijk dat je het implantaat, net als de rest van je gebit, altijd goed reinigt met milde tandpasta en mondwater. Moist-R tandpasta en mondwater zijn hier uitstekend geschikt voor.