Dat suiker slecht is voor je gebit weten we inmiddels allemaal wel. Maar er zijn meer voedingsmiddelen die invloed hebben op je mondgezondheid en daarmee met je gebit. Ook wat en hoe vaak je eet is van invloed op je mondgezondheid en daarmee je gebit. Je mond is weliswaar bedoeld om voedsel tot je te nemen, maar onze eetgewoonten en het beschikbare voedsel is de afgelopen eeuwen nogal veranderd. En niet altijd ten goede, terwijl een gezond voedingspatroon juist ook weer bevorderlijk zijn voor je mondgezondheid.
In dit artikel gaan we kijken naar wat verschillende voedingsmiddelen doen met je gebit en mondgezondheid. Natuurlijk kijken we ook naar hoe we de schade aan het gebit kunnen beperken. En naar hoe je met gezonde voeding zowel je mondgezondheid als je algehele gezondheid positief kunt bevorderen.
Suiker
Suiker is de klassieke boosdoener van gebitsproblemen. Nu ligt dat niet zozeer aan de stof zelf, maar aan het feit dat bacteriën suikers omzetten in zuren. Suiker is hun voedsel, dus hoe meer suiker, hoe meer bacteriën. En meer bacteriën produceren meer zuren. Het zuur is verantwoordelijk voor cariës (gaatjes) en tanderosie. Bovendien zorgen de bacteriën, samen met speeksel en voedselresten, in de vorm van tandplak voor geïrriteerd tandvlees en tandvleesontstekingen.
Nu denk je bij suiker misschien aan snoepgoed, maar ook koolhydraten zijn suikers. Koolhydraten zijn ketens, die door enzymen worden afgebroken tot losse suikermoleculen. Dat betekent dat ook voedingsmiddelen als brood, pasta, groente en fruit suikers bevat. Maar de vitaminen, eiwitten en koolhydraten die deze voedingsmiddelen bevatten heb je wel gewoon nodig.
Toegevoegde suikers, zoals in frisdrank, snoep, sausen en kant-en-klare maaltijden kun je het best zoveel mogelijk vermijden. Niet alleen voor je gebit, maar ook voor je bloedsuikerspiegel.
Zuren
Zuren in voedingsmiddelen veroorzaken tanderosie. Dat is een proces wat heel langzaam gaat, maar tandglazuur dat is weggesleten komt nooit meer terug. Als het tandglazuur is opgelost komt het veel zachtere dentine (tandbeen) bloot te liggen. Dit geeft problemen als gevoelige tanden en een hoger risico op cariës (gaatjes).
Ook voedingsmiddelen met zuren kun je verdelen in de noodzakelijke, gezonde en voedingsmiddelen die je maar beter kunt vermijden.
Fruit en verse vruchtensappen zitten van nature vol met zuren en deze kun je niet zomaar laten staan. Dat is wel het geval met de zogenaamde “verborgen zuren”. Die vind je bijvoorbeeld in frisdrank, waarin het citroenzuur voor de frisse smaak wordt gemaskeerd door de zoetheid van suiker. In de Light varianten van frisdrank zit weliswaar minder suiker, maar evengoed veel zuren die je niet proeft door de suikervervangers.
In alcoholische dranken zit veel suiker, maar met name in wijn ook veel zuren. Ook snoepgoed, ijs en gebak met een frisse smaak bevat zuren, die je niet proeft door de zoete smaak. Verder komt citroenzuur voor in sausen zoals tomatenketchup.
Vers fruit en een verse jus d’orange hoef je niet te vermijden, maar dat geldt natuurlijk wel voor de dubbel-slechte frisdranken.
De neutraliserende functie van speeksel
Hoe vaak per dag je eet of snoept is van grote invloed op je mondgezondheid en dus op je gebit. Zolang je niets eet heeft je speeksel de kans om de zuren in je mond en in tandplak te neutraliseren. Maar naarmate je vaker op een dag eet of snoept, is daar steeds minder tijd voor. De volgende zuuraanval komt binnen als de vorige nog niet is opgelost.
Wat kun je doen om de schade aan je gebit door suikers en zuren te beperken?
- Om te beginnen kun je je eetmomenten moet beperken. Algemeen wordt aangeraden maximaal 7 per dag. Dat zijn dan 3 maaltijden en 4 snackjes. Daarmee geef je je speeksel de kans om zuren te neutraliseren voordat de volgende lading binnenkomt. Minder eetmomenten betekent meer neutralisatie van zuren.
- Drink geen frisdrank en wijn, maar wel veel neutrale dranken: water, thee en koffie. Deze laatsten uiteraard zonder suiker.
- Vruchtensap kun je verdunnen met water, waarmee zowel het gehalte aan natuurlijke suikers als de zuren wordt verminderd. Houdt het sap voor de smaak ook niet langer in je mond dan nodig, maar slik het snel door. Met een rietje drinken voorkomt ook onnodig lang contact met je gebit.
- Kauw in de loop van de dag op gebitsverzorgende kauwgom. Die is uiteraard suikervrij en gezoet met xylitol. Deze natuurlijke zoetstof heeft een heel gunstige werking op je mondgezondheid. Onder andere belemmert het bacteriën om zich aan het tandglazuur te hechten, wat de vorming van tandplak vermindert. De frisse, koele smaak stimuleert de aanmaak van speeksel en meer speeksel neutraliseert suikers en zuren. Hou je niet van kauwgom, gebruik dan pastilles met xylitol.
- Een open deur is natuurlijk een goede mondhygiëne: 2 keer per dag je tanden poetsen gedurende 2 minuten. Reinig daarnaast dagelijks de ruimten tussen tanden en kiezen door te flossen of met tandenragers, want ook daar hoopt zich tandplak op. Een goede, milde mondspoeling maakt de verzorging van je gebit helemaal “af”.
- Het is een goede gewoonte om na iedere maaltijd of snack je mond te spoelen met water. Dat geldt zeker na het eten van fruit of het drinken van vruchtensap. Maar het is ook geen overbodige luxe na andere voedingsmiddelen als brood.
- Goed poetsen is een must, maar let op: doe dit niet direct nadat je iets zuurs hebt gegeten. De zuren maken het tandglazuur tijdelijk zachter. Op zo’n moment poetsen is een heel slecht idee, hoewel dat vroeger juist werd aangeleerd. Ontbijt je met fruit of vruchtensap, poets je tanden dan daarvoor. Anders moet je een uur wachten op het herstel van de sterkte van het glazuur. Voor het slapen gaan is een goed moment om te poetsen, maar zorg hierbij ook dat je een uur niet gegeten of gedronken hebt.
- Ga regelmatig op controle bij de tandarts en mondhygiënist. Zij zien meer dan jij en kunnen problemen als cariës (gaatjes) en tandvleesontstekingen bijtijds signaleren en ingrijpen om erger te voorkomen. Daarnaast krijg je informatie en advies om je mondgezondheid zo optimaal mogelijk te houden en daarmee je gebit te beschermen.
Een gezond voedingspatroon
Voedsel is natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel voor je gebit. De laatste jaren wordt men steeds meer bewust van het verband tussen de conditie van de mond en de algehele lichamelijke conditie.
Dat is niet zo vreemd, want de spijsvertering begint al in je mond. Door het voedsel te kauwen wordt het voorbereid op de verteringsprocessen in de maag en darmen. Dat gebeurt door middel van enzymen in het speeksel. Een gezonde mondflora is dus niet alleen van belang voor je mond en gebit, maar ook voor de vertering van voedsel in de maag en darmen. Des te beter deze processen verlopen, des te beter kan je lichaam alle voedingsstoffen uit het voedsel kan opnemen. Uiteindelijk komen die voedingstoffen, zoals de micronutriënten, ook weer je gebit en je tandvlees ten goede.
Met gezonde voeding sla je dus 2 vliegen in één klap: een goede mondgezondheid en een goede algehele gezondheid.
Dagelijks voldoende verse groenten en fruit, geen witmeel maar volkoren producten, geen (rood) vlees maar wel 2 x per week vette vis geldt kort gezegd als een gezond voedingspatroon. Dat is goed voor je algehele gezondheid, maar ook voor je mond. Het lijkt erop dat vooral de combinatie van omega 3 vetzuren en de micronutriënten uit groenten en fruit bijdragen aan een goede mondgezondheid. Micronutriënten zijn de stoffen waarvan we, in tegenstelling tot eiwitten, koolhydraten en vetten maar minieme hoeveelheden van nodig hebben: vitaminen, mineralen en spoorelementen.
Hier vind je een studie naar de effecten van het eten van groente en fruit op het gebit:
https://europepmc.org/article/MED/30592392