“Ja, maar het bloedt altijd al.” , zuchtte mijn patiënt. Ik zie hem nu ruim een jaar. Voor mij behandelde een collega hem. Bij zijn eerste behandeling deed ik een onderzoek, een parodontiumstatus, waarbij ik alle dieptes en bloedingen van zijn tandvlees noteerde. Dit onderzoek hoort een keer in het jaar of een keer in de paar jaar gedaan te worden bij de nazorg van de tandvleesbehandelingen. Zo kunnen zowel behandelaar als patiënt zien of er voor- of achteruitgang is in de conditie van het tandvlees.
Verbetering
Het was zijn reactie nadat ik vertelde dat er nu 16% bloeding optrad. Vorig jaar was dit nog 21% en bovendien waren de ruimtes tussen tand en tandvlees iets minder diep geworden. Toch is 16% nog te hoog voor in de nazorgfase. Ik wil graag dat mijn patiënten onder de 10% komen. Dat kan niet altijd. Bijvoorbeeld bij mensen die iets mankeren zoals colitis ulcerosa waarbij zowel darmen als tandvlees altijd wat onrust zullen blijven vertonen. Deze patiënt was echter kerngezond.
We zijn er nog niet
“Het tandvlees bloedt inderdaad al een hele poos, maar zie je ook dat het steeds minder geworden is? We zijn er alleen nog niet helemaal.” Mijn patiënt was toch wat mistroostig. “Ik loop er al zo lang mee, het zal wel niet beter worden. Ik word ook ouder…dus..” Ik kreeg het een beetje met hem te doen. Hij leek er niet meer in te geloven, maar ik wel. “Luister, als ik niet zeker wist dat we dit zouden kunnen behalen dan was ik er niet over begonnen. Als we een doel stellen dan moet het wel haalbaar zijn. Anders worden we er alleen maar verdrietig van.”
Techniek is alles
Hij kikkerde een beetje op. “Ik zie op sommige plaatsen, ondanks je inzet, toch nog tandplak. We hebben een bepaalde maat rager bij je ingezet. Kom je daar een beetje mee uit? Want ik vind je voortanden er echt fantastisch uitzien maar je tandvlees bij je kiezen kan beter. Lukt het je om daar tussen te komen?” Daar zat inderdaad het euvel. Door de enorme vullingen liep de rager er steeds vast. Hij was daarom daar een tandenstoker gaan gebruiken. “Prima idee, maar heeft iemand die stoker je weleens voor gedaan?” Nee, dus…zijn stokertechniek liet absoluut te wensen over. “Goed dat we erachter komen, kijk dat scheelt je echt weer een paar procent en ook zal het je pocket minder diep maken.”
Overstappen naar elektrische borstel
“Waar poets je eigenlijk mee? Met de hand of met een elektrische tandenborstel?” Hij antwoordde dat hij met de hand poetste. “Aha, en heb je weleens met een elektrische gepoetst? Ooit geprobeerd?” Dat had hij niet. Ik wilde dit weleens ervaren. Ik liet hem zien dat de elektrische borstel nu net precies bij die akelige restauratieranden waar extra veel plak zich ophoopt veel beter kan reiken dan een handtandenborstel. “Je zal echt wel moeten wennen aan het lawaai, aan het getril en aan het gekriebel. Ook zal je tandvlees nu juist gaan bloeden omdat je op plekken komt waar je anders nooit komt. Dus die plaatsen zijn nog ontstoken omdat de bacteriën daar zijn blijven zitten. Dus niet van schrikken…het komt goed!”
Gladde vullingen
Ondertussen schreef ik het dossier dat er nogal wat overhangende vullingen waren. De oude amalgaamvullingen kon ik zelf polijsten maar ik wilde dat de tandarts de composietvullingen niet ging nalopen. Een gladde vulling is beter omdat daarop een stuk minder bacteriën op achter kunnen blijven. Misschien zou de tandarts ook beslissen om enkele vullingen te vervangen of om kronen voor te stellen. Hoe beter de kwaliteit van de restauraties hoe beter het resultaat van mijn werk als mondhygiënist kan zijn. Dit samenspel is echt super belangrijk. Achter elke goede mondhygiënist staat een uitstekende tandarts. En andersom. Als ik mijn werk goed doe, bloedt het tandvlees niet of minder tijdens het leggen van een vulling. Zo krijgt de tandarts de gelegenheid om goed werk af te leveren.
We gaan ervoor!
“Dus, we hebben nu een betere stokertechniek, een betere tandenborstel en de vullingen worden aangepast. Wat denk je? Zou dat 7% bloeding kunnen schelen?” Hij moest lachen. “Best een hoop moeite voor een paar procenten dus dat moet toch lukken!” “That’s the spirit!”, zei ik. “Het is niet als schaatsen. Een piepkleine andere beweging van je voet kan maken dat je wint of verliest. Maar voordat je die piepkleine beweging onder de knie hebt, ben je heel veel trainingen verder. Dat lukt met een andere schaats, met die beweging bestuderen en nadoen totdat het een automatisme is. Daar heeft lang niet iedereen zin, elke dag weer, maar als het eenmaal lukt…dan voel je je echt als een winnaar! En die winnaar zit in jou. Ik voel dat gewoon.” Nou moest hij keihard lachen. “Jij ben echt een vakidioot he? Je enthousiasme werkt wel aanstekelijk, moet ik zeggen. Ik zie er met die percentages nu ook wel een soort van wedstrijd in en ik wil nu ook winnen. Ik ga ervoor!”