78% van de vacatures waar naar mondhygiënisten wordt niet ingevuld. Van alle beroepen is aan mondhygiënisten op dit moment bijna het grootste tekort in Nederland. Alleen als je fietscoureur bent, heb je nog meer kans op een baan. Dit lees ik in het NRC terwijl ik een berichtje krijg dat er twee lange afspraken zijn afgebeld. Deze twee patiënten mogen weer achteraan de rij aansluiten.
Ondertussen groeit hun plak en tandsteen vrolijk verder. De parodontitis viert weer hoogtij want de bacteriën hebben allang in de smiezen dat mijn scalers en curettes nog even niet in de buurt zijn. De ontsteking woekert weer aan en de volgende keer heb ik dus nog meer werk. Een nog langere afspraak dus. Niet dat deze ruimte in de agenda aanwezig is dus het wordt uitlopen of ik sla dat babbeltje even over. De rekening wordt nog hoger dan de vorige keer. Dat betekent dat we een klacht kunnen verwachten. Die klacht moeten we dan oplossen. Waarschijnlijk door reductie op de rekening.
Ik mag niet klagen
Harder werken betekent dus niet meer geld. Dat weten we natuurlijk al een hele poos in de zorg. Ik weet dat ik niet mag klagen. Ik heb namelijk nog steeds tijd om deze blog te schrijven. Menig IC-verpleegkundige zal daar jaloers op zijn. Zij moeten maar door en door want anders vallen er meer doden. Ik besef me ineens dat die afbellers wellicht zelf in de zorg werken.
Nutteloos werk?
Soms vraag ik me echt af waarom ik dit nog doe. Waarom verwijder ik die dikke aanslag bij rokers nog. Waarom haal ik die plak weg die mensen zelf hadden kunnen wegpoetsen. Waarom haal ik ruzie op mijn hals omdat ik overgewicht bespreekbaar wilde maken. Het lijkt af en toe zinloos. Maar dan denk ik weer aan een goede vriendin die ooit zei: “Misschien pakken ze je adviezen nu niet op, maar misschien raken ze over een poos in de problemen en denken ze aan jou. Je zit in het hoofd van de mensen. Ze horen je praten. Ze onthouden echt wel wat je zegt. De noodzaak is er alleen nog niet.”
Raam dicht
Tot die tijd blijf ik je dus aan je kop zeuren over je mondhygiëne, over gezonde voeding, over stoppen met roken. In de hoop dat je het ooit echt zal oppakken. Vooral roken is echt wel een dingetje. In de praktijk waar ik het langste heb gewerkt, kon ik veel mensen zeggen dat ze de zorg niet meer zo vaak nodig hadden. Een groep bleef nog over die ik wel vaak bleef zien. De verstokte rokers. Keer op keer zat hun hele gebit weer vol bruine aanslag. Was de behandeling klaar, wisten ze niet hoe gauw ze naar buiten moesten. Niet omdat ze de behandeling niet prettig vonden. Wel nee, dat was vaak heel gezellig en vertrouwd. Ze wilden snel naar buiten om een sigaretje te roken. Het subtiel sluiten van het raam die naast de fietsenstalling zat, bleek helaas ook geen duidelijk hint.
Aanhouder wint
Gelukkig zijn er ook een hoop patiënten die wel met roken zijn gestopt. Het onderwerp is niet altijd even goed bespreekbaar, maar de aanhouder wint. Ik leerde in mijn beginjaren wat ongeveer een goede timing was en vooral om ook wat humor te gebruiken. “Mag ik met je over het roken praten of zullen we er gewoon nu eentje opsteken?”, deed het bijvoorbeeld wel goed. Zeker nu er op steeds meer plaatsen niet gerookt mag worden, is het idee van een rokende mondhygiënist in haar behandelkamer toch wel grappig.
Toch maar uitleggen
Zo vragen sommige mensen waarom ik het zo belangrijk vind dat ze stoppen met roken. Want dat verdient toch wel lekker, die rokende mensen met al hun tandsteen en parodontitis? Ik antwoord dan voor de lol dat ze mijn schoorsteen niet letterlijk hoeven te laten roken. Maar zonder flauwekul, roken is gewoon super schadelijk. Dat weet iedereen. Dat hoef ik je niet te vertellen. En toch…als ik vertel hoe schadelijk het precies is en hoe het verslavend is gemaakt dan schrikken mensen toch nog. Het maakt toch indruk. Soms ben ik echt de enige die het hen eens echt goed uitleg. Ik vind dat daarom des te meer mijn verantwoordelijkheid.
Gezond en dankbaar beroep
En dan krijg je dus die ene IC-medewerker die eindelijk uitgeput in je stoel gaat liggen. Terwijl ze eens flink zucht komt er een rochel naar boven. Ze hoest eens flink, netjes in haar elleboog. Ze excuseert zich. “Geen Corona, ik rook alleen maar.” Ik vraag haar of ze het nog een beetje volhoudt..en vooral of ze het nog een beetje leuk vindt. “Eigenlijk niet. Zeker niet als je mensen probeert te helpen en ze maar blijven zeggen dat Corona niet bestaat. Maar je blijft het toch doen, he…Net als dat jij steeds mijn rokersaanslag wegboent…” We begrijpen elkaar. “Ach, we kunnen nog altijd fietscoureur worden. Dat is nog eens een gezond en dankbaar beroep!”