Door de theorie van de studie Mondhygiëne fietste ik aardig makkelijk heen. Het praktische deel vond ik lastig omdat je zo op je vingers wordt gekeken. Het werd een keertje voor gedaan en als je mazzel had en ellenbogen gebruikte kon je dat ook nog zien ook! Dan kreeg je een lange lijst waarop stond hoe het moest. Ik raakte compleet van slag. Hoe moest ik dat allemaal voor elkaar krijgen?
Focus
Een heel eind verderop in de studie zei een docent me iets dat ik nooit vergeten ben: “Kijk eens naar wat je goed doet. Onthoud dat. Focus vervolgens op je fouten en verbeter ze. Let niet meer op wat je al goed doet.” Dat was echt een super tip. Had ik die maar eerder gekregen. In het eerste deel van de opleiding zit je uren achtereen op een pop te oefenen. Het kost tijd om het in je vingers te krijgen. Tijdens het toetsen werd ik zo ontzettend zenuwachtig dat ik volledig blokkeerde. Hierdoor liep ik studievertraging op. Ik belande bij de psycholoog waar ik heel hard aan mijn mindset heb gewerkt.
Stage ravage
Dan….ik had in al mijn enthousiasme al een paar dagen meegekeken bij een praktijk voordat ik de stageperiode aanbrak. Ik wilde bij die praktijk graag ook mijn stage lopen en gaf het als voorkeursadres op. Op die bewuste praktijk werkte ook een docent waar ik het goed mee kon vinden. In slechts enkele seconden wist ze bij mij de vinger op de zere plek leggen en iets uitleggen zodat ik het begreep en meteen kon verbeteren.
Bij het bellen door de stagecoördinator naar deze praktijk kreeg ze te horen dat ze me al kenden en dat ik van harte welkom was. “Dit vertrouw ik niet.”, zei de stagecoördinator. “Je hebt een relatie met deze mensen, je kent ze te goed. Dan zijn ze niet subjectief.” Ik viel zowat van mijn stoel maar durfde geen tegengas te geven.
Toen kwam ik ook nog eens op een stageadres tegen waarbij de tandarts me fijntjes duidelijk maakte dat ik sowieso niet mocht meekijken, want dan zou ik in de weglopen. De mondhygienist zelf ging in haar bikini in de tuin liggen terwijl ik haar agenda draaide. Tijdens de pauze mocht ik niet op de praktijk vertoeven en moest de stad maar in. Toen ik bij een patiënt een uitleg gaf en ze even binnenkwam, zei ze dat ik dat niet mocht doen. Dus ik mocht enkel gebitjes reinigen en verder niks.
Een keer had mijn trein vertraging (en mobieltjes bestonden toen nog niet echt) en stond de tandarts mij in de gang op te wachten. In mijn herinnering toornde hij boven me uit, had zijn handen in zijn zij en boog over me heen. Al consumptie producerend donderde hij hoe ik het in mijn hoofd haalde om te laat te komen. Ik moest huilen…
De mondhygienist belde school en vertelde dat ik geen initiatief toonde….De stage moest ik dus overdoen en belandde gelukkig in een praktijk waar de tandartsen me heel veel vertelden en lieten zien. De mondhygiënist daar vertrok en ik nam haar baan over. Pas heel veel jaren later werd me verteld dat de docent en de stagecoördinator ruzie met elkaar hadden en dat ik daarom daar geen stage bij dat eerste adres had mogen lopen…
Gekkigheid
Een dag staat me nog helder voor ogen. Er kwamen kinderen op de praktijk!!! Ik had mijn unit (zoals dat heet) helemaal versierd. Ik werd gek aangekeken door mijn medestudenten…ik deed maar raar. Ik had tekeningen gemaakt, verhaaltjes verzonnen…noem het allemaal maar op. Het was allemaal maar vreemd.
Nog zoiets geks: We hadden lessen in presenteren gekregen. We kregen dit van een acteur. In mijn vrije tijd speelde ik in een komisch muziektheater dus ik leefde helemaal op. Ik wist hoe belangrijk interactie met je publiek was. Interactie zorgt ervoor dat men bij de les blijft en het beter onthoud. Ik leerde van de acteur dat je de ruimte je eigen moet maken. Dus wees jezelf…beweeg zoals je altijd beweegt.
Elke student moest een presentatie geven en dit werd door je medestudenten beoordeeld en door een andere docent (dus niet die van de presentatielessen). Iedereen viel in slaap bij elkaars presentaties. Ik dacht, dat ga ik anders doen! Dus ik maakte er een interactief geheel van en stond niet achter die katheder maar zat op het bureau. Geheel ik.
De docent van mij een 5: “Je moet niet zo populair doen.”, stond er. De medestudenten gaven me een 9. Het hoogste cijfer dat ze gegeven hadden. De docent gooide het op een ‘generatiekoof’ toen ik een brief schreef over waarom ik het zo had aangepakt. “Oh, dus je had er wel over nagedacht. Ok..maar ik verander het cijfer niet.” Jaren later vertelde mij deze docent dat ze druk bezig zijn om interactie aan te brengen in hun colleges…..
Scriptie
Ook tijdens mijn scriptie liep ik vertraging op. Ik maakte mijn scriptie over ADHD met een theoretisch en praktisch onderzoek. Let op: toen kwam internet van de grond…dus ik moest echt opzoek naar boeken en las in het Duits. Ik vond het een onwijs interessant onderwerp en had het al helemaal uitgediept voordat ik begon met het plan maken. Dat was niet zo slim.
Mijn plan stond daarom vol met dingen die volgens de docent aannames waren. Ik bleef maar schuren en schaven aan het plan en werd steeds maar afgekeurd. Totdat ik weer zo’n super tip van de docent kreeg: “Gooi het in de prullenbak en begin helemaal overnieuw.” Mijn vriend zei: “Doe alsof je dom bent…” Door het opvolgen van die twee tips werd het nieuwe plan goedgekeurd.
Toen ging ik aan het schrijven. Je merkt…ik heb een vlotte pen…deze werd helaas bestempeld als ‘onprofessioneel’. Wederom jaren later vertelde de docent dat het lesmateriaal niet van deze tijd was, niet aansloot op de student en het allemaal wat vlotter zou worden. En oh oh wat heb ik een hoop complimenten gehad over mijn artikelen voor vakbladen. Een werd er zelfs aangehaald in een speech bij het afstuderen…wederom jaren later!
Moraal van het verhaal
Hoe ik uiteindelijk mijn diploma haalde? Weer mijn vriend: “Doe nu maar gewoon wat ze willen…” Mijn stagiaires leg ik uit dat docenten altijd gelijk hebben. Ook al hebben ze geen gelijk, dan hebben ze nog steeds gelijk. En dat is ook echt zo. (Ik geef zelf ook weleens gastcollege, dus waag het niet om me ongelijk te geven, hahahah!)
Nee, even zonder gein en cynisme: Ik kan nog steeds terugvallen op alles wat ze me geleerd hebben en daar ben ik hen dankbaar voor. Het was alleen wel een harde leerschool.
Aan de andere kant is kritisch nadenken super belangrijk op het HBO en in je carrière. Je moet niet alles klakkeloos voor waarheid aannemen en je moet vooral je eigen weg volgen. Als je aan het werk gaat, mag je het naar hartenlust zelf invullen.
Door jezelf te blijven, heb je onderscheidend vermogen en dat werkt alleen maar in je voordeel. Alleen moeten sommige mensen er eventjes aan wennen…Een briljant idee is namelijk altijd vreemd…anders bestond het al.